Een vriendin van mij was geïnspireerd door mijn post over zelfliefde.
Ze schrijft dat je wél van iemand kan houden zonder van jezelf te houden. Ze heeft me hiermee wel aan het denken gezet. Ik vond het altijd vanzelfsprekend dat de basis voor een goed relatie met een ander een goede relatie met jezelf zou moeten zijn.
Zo zing ik graag het lied “Ik hou van mij” van Harry Jekkers en had dat lied voor een mooie waarheid genomen.
“Ik hou van jou is niet de sleutel tot een ander maar ‘Ik hou van mij’ al klinkt het bot en slecht. Want wie van zichzelf houdt die geeft pas echt iets kostbaars als die ‘ik hou van jou’ tegen een ander zegt. “
De eindboodschap van dit lied is inderdaad dat je eerst van jezelf moet houden alvorens van een ander te kunnen houden. En dat is heel mooi gezegd maar misschien niet zo 100% waar als ik altijd dacht.
Die vriendin vraagt zich af of er 100% zelfliefde nodig is als basis om van een ander te mogen houden. Maar als je 100% van jezelf houdt zou je dan niet volkomen tevreden in een bos aan een meer gaan zitten genieten van je spiegelbeeld? Is er dan nog ruimte in je hoofd of hart om zelfs maar oog te hebben voor andere wezens dan jezelf? Zijn andere schepsels op dat moment niet alleen van nut om jou te aanbidden of een plek onder jou op de meetlat in te nemen om je bevestigen in je liefde voor jezelf?
Een andere couplet beschrijft de andere kant van het aangaan van een relatie:
“Ik hou van jou betekent meestal…. Schat hier heb je m’n problemen los maar op. Ik leef in een hel en verwacht van jou de hemel… Dus je geeft de hel weg dank je wel zeg rot lekker op..
Je gaat een relatie aan om door die ander geheeld te worden. De ander wordt verondersteld alleen maar te bestaan om jou gelukkig te maken. Je hebt die ander nodig. Zonder hem of haar zou je sterven of in ieder geval zou je leven een hel zijn. Verdoemd om voor altijd ongelukkig te zijn.
Wat er ook gebeurt is dat mensen verliefd worden op de man of vrouw die de ander zou kunnen worden. Er is al een toekomstbeeld voor de rest van je leven. Een droom van huisje, boompje, beestje en kindjes. In toekomstbeelden zijn al de kleuren voor de kinderkamer gekozen en misschien zelfs al een naam. De toekomst is al helemaal uitgetekend en ook welke rol de partner zal moeten gaan vervullen staat al met grote letters in die dromen opgetekend.
Alleen nog iemand vinden die leuk genoeg is en de potentie heeft om zich helemaal te gaan conformeren aan het beeld wat je van jou toekomst hebt gecreëerd in je dromen. En helaas er na een aantal jaar achter komen dat de rek van die partner niet ver genoeg gaat om helemaal in dat beeld te passen. Blijkt dat die partner een eigen wil heeft en een eigen mening en een eigen beeld van de toekomst. Dat is toch zo onhandig.
Er zijn ook relaties mogelijk waarin partners naast elkaar staan. De ander stimuleren in hun ontwikkeling en de ander vrij laten naar welke kant die ontwikkeling gaat. De een steunt de ander en vice versa en beiden plukken hier de vruchten van. Ze worden de best mogelijke versie van zichzelf of gaan in ieder geval die kant op.
Dat ontwikkelen kan betekenen dat de verbinding die er ooit was en daarmee de relatie veranderd wordt geaccepteerd. Louise Hay schreef hierover in “Je kunt je hart helen” dat niet iedere relatie bedoeld is om voor altijd te zijn.
De sleutel voor een mooie relatie ligt, in mijn ogen, bij het elkaar in hun waarde laten. En zelf verantwoordelijk te blijven voor de issues die jij ervaart. Delen en hulp vragen is natuurlijk mooi en daarmee iets voor elkaar kunnen betekenen ook. Maar waak ervoor dat je in je eigen mandje blijft en dat er verschillen mogen zijn in een relatie.
Zingt en danst tezamen en weest blijde, maar bent ieder alleen,
zoals de snaren van een luit op zichzelf zijn, al doortrilt hen dezelfde muziek.
(Khalil Gibran over het huwelijk te vinden in “de Profeet)